Salomon Jacob Spanjaard, een jonge Duitse jood, woonde aan het eind van de 18e eeuw in Zwolle (Overijssel). Zwolle – meer nog dan Amsterdam in die tijd – was een stad waar joden in relatieve vrijheid leefden en niet werden vervolgd. Oorspronkelijk kwam hij uit Bodendorf bij Remagen, bij de Rijn tussen Bonn en Koblenz. Hij werd geboren op 13 december 1783 als zoon van Dorothea Simons en Jacob.
Zoals veel joden uit die tijd verdiende hij als marskramer, een koopman die van stad tot stad verkoopt, zijn brood. Op een van zijn reizen, waarschijnlijk met zijn koopwaar op zijn rug, kwam hij door Borne. Net buiten dat dorp woonden David van Gelder, koopman in van alles, maar vooral bont, en Berendina Menko.
In 1811 trouwde Salomon met hun dochter Sara. Een jaar later, toen iedereen door het Franse regime gedwongen werd een achternaam te hebben, liet Salomon zich registreren als Salomon Jacob Spanjaard. Het is niet bekend hoe hij aan de naam ‘Spanjaard’ kwam. Een plausibele theorie is dat “Spanjaard” een kleine, donkere persoonlijkheid betekent, mogelijk een afstammeling van de Spaanse bezetting zo’n twee eeuwen eerder. Vanwege een slecht oog stond hij ook bekend als ‘Sallie One-Eye’, ‘Sally One-Eye’.
Salomon Spanjaard werd vanaf het begin de leider van de kleine joodse gemeente in Borne. Eerst hielden ze diensten in het huis van Van Gelder, maar in 1834 schreef Salomon een verzoek aan de koning om de bouw van een kleine synagoge financieel te ondersteunen. Na een aanvankelijke weigering probeerde hij het opnieuw en ontving uiteindelijk een kleine donatie. Met hulp van anderen in het dorp werd in 1843 de synagoge gebouwd naar eigen ontwerp van Salomon. Het staat er nog steeds en wordt momenteel gebruikt voor concerten en tentoonstellingen.
Langzaam breidde Salomon Spanjaard zijn beroep uit. Hoewel hij aanvankelijk alleen bekend stond als verkoper van oude kleren, werd hij in 1828 winkeleigenaar, koopman en koopman. Hij handelde in kleding, bont, bierazijn, veren, meel, pruimen, koffie, koperen ketels en wanddecoraties met bloemmotieven erop. Meer en meer werd hij bemiddelaar in de handel tussen de arme Twentse thuiswerkers en de textielverkopers. Dat maakte hem gaandeweg rijk.
Salomon en Sarah hadden 15 kinderen. Eén was dood na de geboorte, vijf stierven in de wieg of heel jong. Veel zonen werkten in het groeiende familiebedrijf. Het textiel werd steeds vaker op de locatie van de Spanjaard vervaardigd. Onder leiding van oudste zoon Jacob groeide het bedrijf uit tot een van de grootste van Twente. In 1865 werd de stoomweverij geopend en begon de gemechaniseerde productie.
Zie Fotogalerij voor enkele historische foto’s (ledensectie).